Even Googlen leert je al snel waar een goede cover allemaal aan moet voldoen. Wel f**k that. Als je wilt dat jouw cover opvalt en instagrammable is – lees: simpel, sober en mooi – dan werkt het ook als je die regels laat varen. Een kwestie van durven, op smaak gebracht met een snuif creativiteit.
#1 GEBRUIK NOOIT ILLUSTRATIES
Er bestaat ongetwijfeld onderzoek dat aantoont dat een cover met mensen op meer betrokkenheid opwekt bij de lezer dan een illustratie. Maar met een geïllustreerde cover kun je ook statements maken van jewelste, die blijven hangen bij de lezers. Niet goed voor de verkoop? Time magazine en Der Spiegel zijn inspirerende voorbeelden die bewijzen dat een sterke illustratie je verkoop niet bedreigt. Met dank aan het uitgepuurde werk van illustrator Edel Rodriguez, in combi met een korte en krachtige covertitel.
Eigen werk voor NT magazine van ACV Openbare Diensten:
Ook voor çava, het huis-aan-huisblad van de CM, creëerde The Fat Lady enkele straffe geïllustreerde covers:
Als je voelt dat je jouw verhaal beter kunt vertellen met een illustratie, go for it!
#2 HET MODEL MOET JE AANKIJKEN
Bij betalende bladen zie je meestal nog een portret op de cover, met een model dat ons aankijkt. Want zo trek je de aandacht en creëer je connectie met de potentiële lezer, is het adagium. Het resultaat? Te veel covers die op elkaar lijken – met vrolijk lachende mensen op – en dus hun doel voorbijschieten. Verrast of prikkelt me dit als lezer? Niet echt. Een goed gefotografeerd portret kan perfect de aandacht trekken door het anders aan te pakken.
The Fat Lady is ook al eens graag tegendraads:
#3 ELKE COVER MOET VERRASSEN
Voor je denkt, alle remmen los en gaan met die banaan: een verrassende cover staat niet gelijk aan elke keer opnieuw een hele designtrukendoos boven halen om toch maar iets helemaal anders te doen. Je kunt ook verrassen met een consequent coverbeleid. The Gentlewoman kiest elke keer voor een portret, maar saai wordt het nooit.
Nog een magazine met een consequent coverbeleid, en dat al sinds de lancering in 1925, is The New Yorker. Elke cover wordt geïllustreerd en ook in het binnenwerk wordt steevast gekozen voor illustraties. De eerste cover uit 1925 staat links, een hommage aan deze cover van dit jaar, rechts.
De mayonaise bij een terugkerend coverbeleid pakt pas echt als de visuele aanpak aansluit bij wie je bent als organisatie. Wat maakt je uniek en hoe kun je dat vertalen naar een cover? Als je daar de vinger op kunt leggen, dan kun je spreken van een straf coverbeleid. Een voorbeeld uit eigen werk is het bekroonde coverbeleid dat The Fat Lady bedacht voor het personeelsmagazine van UZ Brussel, UZegt. Op de cover tonen we telkens een medewerker met een prikkelende uitspraak. Die aanpak sluit aan bij de titel van het blad en bij het eigenzinnige en kritische karakter van de organisatie.
#4 COVERTITELS ZIJN EEN MUST
Nog zo’n regel die altijd terugkeert: covertitels zijn een must. Bij voorkeur een hoofdtitel die aansluit bij het beeld, aangevuld met enkele in een kleiner font. Covertitels moeten snappy, witty en teasend zijn, op rijm als het even kan, luidt het. Van pakweg de jaren 80 tot begin 2000 was het adagio: meer, meer, meer. Dat is gelukkig veranderd, ten voordele van een grotere esthetiek. Vandaag vallen veel bladen op door te kiezen voor één treffende covertitel, vaak zelfs niet eens in een schreeuwerig groot font. De combi beeld-titel staat voorop. Wij houden wel van die rust, en weten hoe moeilijk het is om tot zo’n cover te komen. Petje af dus voor deze meesters van de kernachtigheid. Sommige bladen doen het ook zonder covertitels, The New Yorker is misschien het beste voorbeeld. Maar deze opvallende cover van Baron magazine werkt ook, zonder covertitels:
#5 DE NAAM VAN HET MAGAZINE MOET ER ALTIJD HETZELFDE UIT ZIEN
Afwisselen tussen foto’s, illustraties en typografie: tot zover zijn de meeste bladenmakers al mee. Maar dan moet de magazinetitel er toch altijd hetzelfde uitzien om een beetje herkenbaar te blijven? Je zou denken van wel, maar de anarchistische schenentrappers van Adbusters trekken zich daar niets van aan.
NO RULES, GREAT COVERS
Het zou het motto kunnen zijn van Richard Turley, die het wat saaie zakenblad Bloomberg Businessweek nieuw leven inblies en voor de covers alle regels overboord gooide. Het enige consequente: de naam van het magazine, te zien in de linkerbovenhoek. De nieuwe aanpak legde het magazine geen windeieren, een jaar na de rebranding in 2011 steeg de advertentieverkoop met 65 procent.
ICONISCHE COVERS
Vaak zijn het covers die de conventies doorbreken die tot iconische covers uitgroeiden. Denk aan de Yoko Ono en John Lennon-cover van Rollingstone magazine, dat hun vaste stramien duidelijk doorbrak. De foto van Annie Leibovitz werd genomen op de dag van de aanslag op John Lennon.
Uit 1966 alweer maar vandaag de dag opnieuw brandend actueel, de Is God dead?-cover van Time magazine. Een open vraag op een cover, godsverlastering!