“Mag het iets meer zijn,” lijkt magazine The New Yorker al 92 jaar te zeggen. Het magazine brengt compromisloos lange artikels, met een minimum aan beelden, over onderwerpen als imaginaire dieren (5 pagina’s), de vrouwelijke Koerdische strijders in Raqqa (12 pagina’s) en hoe Stalin een stalinist geworden is (3 pagina’s).
The New Yorker staat ook synoniem voor de betere cartoon. Cartoons doorspekken het magazine, alsof het illustraties bij een artikel zijn. Neen, dat zijn ze niet. Onze Belgische trots Benoît Van Innis was al regelmatig in het magazine te vinden. Het blad eindigt elke week met een wedstrijd waarbij lezers gevraagd worden een bijschrift te bedenken bij een cartoon. Heerlijke interactie.
Trump getrumpt
The New Yorker heeft een sterke traditie met zijn herkenbare getekende covers. President Trump en zijn beleid werden al meerdere keren gegrild door het eerder liberaal denkende blad. Tik in Google ‘The New Yorker’ en ‘Trump’ in en je krijgt een mooie bloemlezing. Zo is er de close-up van de arm van het vrijheidsbeeld met uitgedoofde vlam, of Trump op het speelgoedwagentje: is hij nu een kind of een staatsman? Beide allicht.
Ik hou dit stukje bewust kort, niet omdat ik jullie leesvermogen onderschat, maar omdat ik wil dat je je tijd steekt in het lezen van The New Yorker, opdat dit monument kan blijven bestaan en binnen enkele jaren zijn honderdste verjaardag mag vieren. 1,1 miljoen lezers zijn al overtuigd en die kunnen toch niet fout zijn.